Top 100 Noorse woorden

Wij geloven dat je eerst de belangrijkste Noorse woorden moet leren om je reis op weg naar vloeiend Noors spreken op de juiste manier te beginnen. De Noorse woordenlijst hieronder bevat 100 van de meest gebruikte Noorse woorden. Bekijk voor meer van dat soort woordenschat ons gele Noorse woordenschatboek aan het einde van deze pagina.

Noors woordenschat 1-20

Nederlands	Noors
ik in het Noors	jeg
je/jij in het Noors	du
hij in het Noors	han
zij in het Noors	hun
het in het Noors	det
we/wij in het Noors	vi
jullie in het Noors	dere
zij in het Noors	de
wat in het Noors	hva
wie in het Noors	hvem
waar in het Noors	hvor
waarom in het Noors	hvorfor
hoe in het Noors	hvordan
welke in het Noors	hvilken
wanneer in het Noors	når
dan in het Noors	så
als in het Noors	hvis
echt in het Noors	virkelig
maar in het Noors	men
omdat in het Noors	fordi

Nederlands

Noors

ik in het Noors

jeg

je/jij in het Noors

hij in het Noors

han

zij in het Noors

hun

het in het Noors

det

we/wij in het Noors

jullie in het Noors

dere

zij in het Noors

wat in het Noors

hva

wie in het Noors

hvem

waar in het Noors

hvor

waarom in het Noors

hvorfor

hoe in het Noors

hvordan

welke in het Noors

hvilken

wanneer in het Noors

når

dan in het Noors

så

als in het Noors

hvis

echt in het Noors

virkelig

maar in het Noors

men

omdat in het Noors

fordi

Noors woordenschat 21-60

Nederlands	Noors
niet in het Noors	ikke
deze in het Noors	dette
Ik heb dit nodig in het Noors	jeg trenger dette
Hoeveel kost dit? in het Noors	hva koster dette?
dat in het Noors	det
alle in het Noors	alle
of in het Noors	eller
en in het Noors	og
weten in het Noors	å vite (vite - vet - visste - visst)
Ik weet het in het Noors	jeg vet
Ik weet het niet in het Noors	jeg vet ikke
denken in het Noors	å tenke (tenke - tenker - tenkte - tenkt)
komen in het Noors	å komme (komme - kommer - kom - kommet)
zetten in het Noors	å legge (legge - legger - la - lagt)
nemen in het Noors	å ta (ta - tar - tok - tatt)
vinden in het Noors	å finne (finne - finner - fant - funnet)
luisteren in het Noors	å høre (høre - hører - hørte - hørt)
werken in het Noors	å jobbe (jobbe - jobber - jobbet - jobbet)
praten in het Noors	å snakke (snakke - snakker - snakket - snakket)
geven in het Noors	å gi (gi - gir - ga - gitt)
leuk vinden in het Noors	å like (like - liker - likte - likt)
helpen in het Noors	å hjelpe (hjelpe - hjelper - hjalp - hjulpet)
houden van in het Noors	å elske (elske - elsker - elsket - elsket)
bellen in het Noors	å ringe (ringe - ringer - ringte - ringt)
wachten in het Noors	å vente (vente - venter - ventet - ventet)
Ik vind je leuk in het Noors	jeg liker deg
Ik vind dit niet leuk in het Noors	jeg liker ikke dette
Hou je van mij? in het Noors	elsker du meg?
Ik hou van jou in het Noors	jeg elsker deg
0 in het Noors	null
1 in het Noors	en
2 in het Noors	to
3 in het Noors	tre
4 in het Noors	fire
5 in het Noors	fem
6 in het Noors	seks
7 in het Noors	sju
8 in het Noors	åtte
9 in het Noors	ni
10 in het Noors	ti

Nederlands

Noors

niet in het Noors

ikke

deze in het Noors

dette

Ik heb dit nodig in het Noors

jeg trenger dette

Hoeveel kost dit? in het Noors

hva koster dette?

dat in het Noors

det

alle in het Noors

alle

of in het Noors

eller

en in het Noors

weten in het Noors

å vite (vite - vet - visste - visst)

Ik weet het in het Noors

jeg vet

Ik weet het niet in het Noors

jeg vet ikke

denken in het Noors

å tenke (tenke - tenker - tenkte - tenkt)

komen in het Noors

å komme (komme - kommer - kom - kommet)

zetten in het Noors

å legge (legge - legger - la - lagt)

nemen in het Noors

å ta (ta - tar - tok - tatt)

vinden in het Noors

å finne (finne - finner - fant - funnet)

luisteren in het Noors

å høre (høre - hører - hørte - hørt)

werken in het Noors

å jobbe (jobbe - jobber - jobbet - jobbet)

praten in het Noors

å snakke (snakke - snakker - snakket - snakket)

geven in het Noors

å gi (gi - gir - ga - gitt)

leuk vinden in het Noors

å like (like - liker - likte - likt)

helpen in het Noors

å hjelpe (hjelpe - hjelper - hjalp - hjulpet)

houden van in het Noors

å elske (elske - elsker - elsket - elsket)

bellen in het Noors

å ringe (ringe - ringer - ringte - ringt)

wachten in het Noors

å vente (vente - venter - ventet - ventet)

Ik vind je leuk in het Noors

jeg liker deg

Ik vind dit niet leuk in het Noors

jeg liker ikke dette

Hou je van mij? in het Noors

elsker du meg?

Ik hou van jou in het Noors

jeg elsker deg

0 in het Noors

null

1 in het Noors

2 in het Noors

3 in het Noors

tre

4 in het Noors

fire

5 in het Noors

fem

6 in het Noors

seks

7 in het Noors

sju

8 in het Noors

åtte

9 in het Noors

10 in het Noors

Noors woordenschat 61-100

Nederlands	Noors
11 in het Noors	elleve
12 in het Noors	tolv
13 in het Noors	tretten
14 in het Noors	fjorten
15 in het Noors	femten
16 in het Noors	seksten
17 in het Noors	sytten
18 in het Noors	atten
19 in het Noors	nitten
20 in het Noors	tjue
nieuw in het Noors	ny (ny - ny - nytt - nye)
oud in het Noors	gammel (gammel - gammel - gammelt - gamle)
weinig in het Noors	få
veel in het Noors	mange
hoeveel? in het Noors	hvor mye?
hoeveel? in het Noors	hvor mange?
fout in het Noors	feil (feil - feil - feil - gale/uriktige)
correct in het Noors	riktig (riktig - riktig - riktig - riktige)
slecht in het Noors	dårlig (dårlig - dårlig - dårlig - dårlige)
goed in het Noors	flink (flink - flink - flinkt - flinke)
gelukkig in het Noors	lykkelig (lykkelig - lykkelig - lykkelig - lykkelige)
kort in het Noors	kort (kort - kort - kort - korte)
lang in het Noors	lang (lang - lang - langt - lange)
klein in het Noors	liten (liten - lita - lite - små)
groot in het Noors	stor (stor - stor - stort - store)
daar in het Noors	der
hier in het Noors	her
rechts in het Noors	høyre
links in het Noors	venstre
mooi in het Noors	vakker (vakker - vakker - vakkert - vakre)
jong in het Noors	ung (ung - ung - ungt - unge)
oud in het Noors	gammel (gammel - gammel - gammelt - gamle)
hallo in het Noors	hallo
tot later in het Noors	ser deg senere
oké in het Noors	ok
wees voorzichtig in het Noors	ta vare på deg selv
maak je geen zorgen in het Noors	ikke bekymre deg
natuurlijk in het Noors	selvfølgelig
goedendag in het Noors	god dag
Hoi in het Noors	hei

Nederlands

Noors

11 in het Noors

elleve

12 in het Noors

tolv

13 in het Noors

tretten

14 in het Noors

fjorten

15 in het Noors

femten

16 in het Noors

seksten

17 in het Noors

sytten

18 in het Noors

atten

19 in het Noors

nitten

20 in het Noors

tjue

nieuw in het Noors

ny (ny - ny - nytt - nye)

oud in het Noors

gammel (gammel - gammel - gammelt - gamle)

weinig in het Noors

få

veel in het Noors

mange

hoeveel? in het Noors

hvor mye?

hoeveel? in het Noors

hvor mange?

fout in het Noors

feil (feil - feil - feil - gale/uriktige)

correct in het Noors

riktig (riktig - riktig - riktig - riktige)

slecht in het Noors

dårlig (dårlig - dårlig - dårlig - dårlige)

goed in het Noors

flink (flink - flink - flinkt - flinke)

gelukkig in het Noors

lykkelig (lykkelig - lykkelig - lykkelig - lykkelige)

kort in het Noors

kort (kort - kort - kort - korte)

lang in het Noors

lang (lang - lang - langt - lange)

klein in het Noors

liten (liten - lita - lite - små)

groot in het Noors

stor (stor - stor - stort - store)

daar in het Noors

der

hier in het Noors

her

rechts in het Noors

høyre

links in het Noors

venstre

mooi in het Noors

vakker (vakker - vakker - vakkert - vakre)

jong in het Noors

ung (ung - ung - ungt - unge)

oud in het Noors

gammel (gammel - gammel - gammelt - gamle)

hallo in het Noors

hallo

tot later in het Noors

ser deg senere

oké in het Noors

wees voorzichtig in het Noors

ta vare på deg selv

maak je geen zorgen in het Noors

ikke bekymre deg

natuurlijk in het Noors

selvfølgelig

goedendag in het Noors

god dag

Hoi in het Noors

hei

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Noors

Leer Noors - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.

Meer Informatie

Noors vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Noorse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.

Meer Informatie

Top 100 Noorse woorden

Noors woordenschat 1-20

Noors woordenschat 21-60

Noors woordenschat 61-100

Vocabulaireboeken Noors

Leer Noors - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Noors vocabulaireboek

Flashcards Noors

Gratis Noorse Flashcards

Gratis Leermaterialen